Ongeveer 24 uur geleden
verliet ik Tour&Taxis, na een lange, vermoeiende en
inspirerende dag als deelnemer aan de G1000. Voor mij begon de dag als een blanco blad,
zonder al te veel verwachtingen en zonder al te veel
veronderstellingen. We zien wel... dacht ik.
Ik had het
G1000-manifest gelezen en de discussies over en weer die naar
aanleiding daarvan waren ontstaan over de grenzen van de
representatieve democratie. Ik had de overspannen berichtgeving
vooraf in de media gelezen: "of de G1000 de democratie kan redden",
bijvoorbeeld. Nee dus, en tegen kanker en haaruitval helpt het eigenlijk ook niet.
We zien wel... dacht
ik. En inderdaad: we hebben gezien...
Ik kwam terecht aan
tafel 14, samen met een man die net drie jaar in Mexico had gewoond,
een Oostendse lerares die elke dag in het beroepsonderwijs staat, een
vrouw die actief is in een Belgisch-Turkse vrouwenbeweging, een
gepensionneerde militair uit Luik,... en nog anderen die er een bont
en boeiend gezelschap van maakten. We hebben gediscussieerd, soms ook
gewoon ervaringen uitgewisseld, geluisterd naar experts,... we werden
aangespoord, ingetoomd en begeleid door een kundige
“tafelfacilitator” (wat een woord): over sociale zekerheid,
herverdeling van de welvaart, migratie en energiebeleid.
Tafel 14 (G1000) |
Wat we (onder andere) hebben gezien en
wat voor mij de hoogtepunten van de dag waren:
- de schitterende uiteenzetting van Koen Schoors over herverdeling van de welvaart
- de ervaringsuitwisselingen met tafelgenoten over leven in Wallonië, Brussel en Vlaanderen
- de methodieken die oeverloze discussie vermeden en ervoor zorgden dat niet alleen de tafelspringers aan het woord kwamen
Het klinkt misschien
soft als je zegt dat de weg soms belangrijker dan het doel is, maar
de G1000 was duidelijk een moment in een leerproces. Wat we moeten
leren is om als samenleving een voldoend levende bodem te bieden
voor het politiek proces. Politiek zonder maatschappelijk debat is
ten dode opgeschreven.
Wat me het meest
stoorde aan de dag was niet dat sommige deelnemers hun kat stuurden,
want dat deed geen afbreuk aan de kwaliteit van de dag. Wat me het meest stoorde was de opdringerige aanwezigheid van de pers. Het is soms lastig
discussiëren en debateren met een batterij camera's in de rug en
jongens en meisjes die tussen de tafels sluipen met een notitieboekje
in de aanslag. In die zin vormt de aanwezigheid van een legertje
journalisten zeker wél een potentieel gevaar voor de kwaliteit van
dergelijke initiatieven.
En the day after
(vandaag dus) merk ik dat mijn krant (toevallig De Standaard) heel
veel moeite heeft om op een niet-verkrampte manier met een fenomeen
als de G1000 om te gaan. Niet alleen is er het lullige, verzuurde
artikel over de dag, met onderzoeksjournalistiek over volgende
hamvragen: het tekort aan toiletten?!, waren er nu wel of niet
broodjes voorzien voor de journalisten?!, wat betekent een lege tafel
?!, ... Ook het commentaar van Bart Sturtewagen maakt duidelijk maakt
dat nogal wat mensen uit de klassieke media alle moeite van de wereld
hebben om te snappen waarover het gisteren ging.
De weg mag dan
belangrijker zijn dan het doel, de reis is duidelijk nog niet ten
einde. Niet alleen moeten de resultaten van gisteren verder worden
uitgewerkt door de zogenaamde G32. Tweeëndertig m/v's gaan tijdens
drie week-ends aan de slag met resultaten en zullen verder sleutelen,
consolideren en confronteren,...
Zelf zou ik het geen
slechte zaak vinden als, in aanloop naar de lokale verkiezingen in
2012, er een soort “G-locals” kunnen georganiseerd worden en er
een draaiboek ter beschikking gesteld zou worden voor mensen die er
in hun gemeente mee aan de slag willen. Want ik ben er van overtuigd
dat het ook op lokaal niveau nuttig kan zijn om zeer verschillende
mensen met zeer verschillende visies rond de tafel te krijgen...