zaterdag 12 november 2011

Nabeschouwingen bij de G1000


Ongeveer 24 uur geleden verliet ik Tour&Taxis, na een lange, vermoeiende en inspirerende dag als deelnemer aan de G1000. Voor mij begon de dag als een blanco blad, zonder al te veel verwachtingen en zonder al te veel veronderstellingen. We zien wel... dacht ik.

Ik had het G1000-manifest gelezen en de discussies over en weer die naar aanleiding daarvan waren ontstaan over de grenzen van de representatieve democratie. Ik had de overspannen berichtgeving vooraf in de media gelezen: "of de G1000 de democratie kan redden", bijvoorbeeld. Nee dus, en tegen kanker en haaruitval helpt het eigenlijk ook niet.
We zien wel... dacht ik. En inderdaad: we hebben gezien...

Ik kwam terecht aan tafel 14, samen met een man die net drie jaar in Mexico had gewoond, een Oostendse lerares die elke dag in het beroepsonderwijs staat, een vrouw die actief is in een Belgisch-Turkse vrouwenbeweging, een gepensionneerde militair uit Luik,... en nog anderen die er een bont en boeiend gezelschap van maakten. We hebben gediscussieerd, soms ook gewoon ervaringen uitgewisseld, geluisterd naar experts,... we werden aangespoord, ingetoomd en begeleid door een kundige “tafelfacilitator” (wat een woord): over sociale zekerheid, herverdeling van de welvaart, migratie en energiebeleid.
Tafel 14 (G1000)
Wat we (onder andere) hebben gezien en wat voor mij de hoogtepunten van de dag waren:
  • de schitterende uiteenzetting van Koen Schoors over herverdeling van de welvaart
  • de ervaringsuitwisselingen met tafelgenoten over leven in Wallonië, Brussel en Vlaanderen
  • de methodieken die oeverloze discussie vermeden en ervoor zorgden dat niet alleen de tafelspringers aan het woord kwamen

Het klinkt misschien soft als je zegt dat de weg soms belangrijker dan het doel is, maar de G1000 was duidelijk een moment in een leerproces. Wat we moeten leren is om als samenleving een voldoend levende bodem te bieden voor het politiek proces. Politiek zonder maatschappelijk debat is ten dode opgeschreven.

Wat me het meest stoorde aan de dag was niet dat sommige deelnemers hun kat stuurden, want dat deed geen afbreuk aan de kwaliteit van de dag. Wat me het meest stoorde was de opdringerige aanwezigheid van de pers. Het is soms lastig discussiëren en debateren met een batterij camera's in de rug en jongens en meisjes die tussen de tafels sluipen met een notitieboekje in de aanslag. In die zin vormt de aanwezigheid van een legertje journalisten zeker wél een potentieel gevaar voor de kwaliteit van dergelijke initiatieven.
En the day after (vandaag dus) merk ik dat mijn krant (toevallig De Standaard) heel veel moeite heeft om op een niet-verkrampte manier met een fenomeen als de G1000 om te gaan. Niet alleen is er het lullige, verzuurde artikel over de dag, met onderzoeksjournalistiek over  volgende hamvragen: het tekort aan toiletten?!, waren er nu wel of niet broodjes voorzien voor de journalisten?!, wat betekent een lege tafel ?!, ... Ook het commentaar van Bart Sturtewagen maakt duidelijk maakt dat nogal wat mensen uit de klassieke media alle moeite van de wereld hebben om te snappen waarover het gisteren ging.

De weg mag dan belangrijker zijn dan het doel, de reis is duidelijk nog niet ten einde. Niet alleen moeten de resultaten van gisteren verder worden uitgewerkt door de zogenaamde G32. Tweeëndertig m/v's gaan tijdens drie week-ends aan de slag met resultaten en zullen verder sleutelen, consolideren en confronteren,...

Zelf zou ik het geen slechte zaak vinden als, in aanloop naar de lokale verkiezingen in 2012, er een soort “G-locals” kunnen georganiseerd worden en er een draaiboek ter beschikking gesteld zou worden voor mensen die er in hun gemeente mee aan de slag willen. Want ik ben er van overtuigd dat het ook op lokaal niveau nuttig kan zijn om zeer verschillende mensen met zeer verschillende visies rond de tafel te krijgen...